? (UK), Schwarzhörniger Walzenhalsbock (DE)
Status in NL
Onbekend, niet beschouwd in TEUNISSEN (2009).
Waarneming.nl: Algemeen (april 2024)
Tekst: R. Geraeds 2023-03/vs1
Herkenning
De Boerenwormkruidboktor is een middelgrote (6 tot 12 mm) boktor zonder zijdoorn op het borststuk. De dekschilden zijn zwart en bezet met een dichte, grijze of beige beharing. Bij oudere exemplaren kan de beharing van de dekschilden grotendeels zijn afgesleten, waardoor ze een donkerder uiterlijk krijgen. De uiteinden van de dekschilden zijn hoekig afgesneden. Het borststuk is zwart met drie lengtestrepen van grijze of beige beharing, twee aan de zijkanten en een bovenop. Deze lengtestrepen zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. Langs de binnenrand van de dekschilden zit aan de basis vaak een lengtestreep die halverwege de dekschilden vervaagd. De poten zijn zwart en grijs of beige behaard. De sprieten zijn vrijwel uniform grijs tot zwart. De mannetjes zijn herkenbaar aan de naar verhouding langere sprieten en slanker lichaam in vergelijking met de vrouwtjes.
Gelijkende soorten
Gezien de grootte en habitus kan de Boerenwormkruidboktor verward worden met de Groene kruidenboktor (Phytoecia cylindrica) en de Slangenkruidboktor (Opsilia coerulescens). De Groene kruidenboktor is gemakkelijk te herkennen aan de tweekleurige, zwart en rode voorpoten. Slangenkruidboktorren hebben dekschilden met ronde uiteinden, terwijl die van de Boerenwormkruid hoekig zijn afgesneden.
De uiteinden van de dekschilden van de Boerenwormkruidboktor zijn hoekig afgesneden (1) terwijl die van de Slangenkruidboktor rond zijn (2).
Habitat, waard- en voedselplanten
De Boerenwormkruidboktor wordt vooral langs bosranden en houtsingels, in bermen en ruigtevegetaties gevonden. De waardplanten bestaan uit verschillende soorten composieten (Asteraceae), vooral Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare), Absintalsem (Artemisia absinthium), Wilde averuit (Artemisia campestris) en Bijvoet (Artemisia vulgaris). Daarnaast is de ontwikkeling ook bekend in Duizendblad (Achillea millefolium), Gele ganzenbloem (Glebionis segetum), Margriet (Leucanthemum vulgare) en Echte guldenroede (Solidago virgaurea) (VITALI, 2018; KLAUSNITZER et al., 2016b). De imago’s eten van de bladrand van Boerenwormkruid. Ze zitten soms ook op bloemen (Boerenwormkruid en Margriet), maar eten hier geen stuifmeel of nectar (KLAUSNITZER et al., 2016b).
Levenswijze
De larven van de Boerenwormkruidboktor leven in de onderste delen van de stengels en de wortels van de waardplanten. De vrouwtjes knagen een gaatje in de stengel waardoor een eitje 2 tot 3 mm diep in het merg wordt gelegd. De larven verpoppen in het voorjaar in het bovenste deel van de wortel.
De totale ontwikkeling duurt één of twee jaar. De imago’s zijn overdag actief en verblijven vooral op de bladeren van de waardplanten (EHNSTRÖM & HOLMER, 2007; KLAUSNITZER et al., 2016b; VITALI, 2018).
Vliegtijd & Methode
Imago’s van de Boerenwormkruidboktor zijn in de regel vanaf mei tot juli te vinden. De meeste waarnemingen komen uit mei. De eigen uiterste waarnemingen van imago’s komen van 9 mei (2020) en 4 juli (2021).
J | F | M | A | M | J | J | A | S | O | N | D |
Zicht | Hout/stobben | - |
Bloeiende kruiden en struiken | - | |
Waardplanten | +++ | |
Klopscherm | - | |
Sleepnet | +++ | |
Licht | ML/HPL | - |
Blacklight | ||
Lokstoffen | Feromonen | |
Overig | ||
Lokale ervaringen
Boerenwormkruidboktorren zijn gemakkelijk op zicht op de waardplanten te vinden. Ook kan de soort goed met een sleepnet worden geïnventariseerd. De imago’s zitten vooral op of onder de bladeren en op warme dagen vliegen ze veel. Bij verstoring laten ze zich vallen of vliegen weg. Vrijwel alle waarnemingen komen van Boerenwormkruid. Incidenteel is de soort op Margriet gevonden.
Cerambycidae-Boktorren is powered by Stichting Koekeloere / Copyright © 2024 . Alle rechten voorbehouden / Disclaimer