? (UK), Dunkelbeiniger Flachdeckenbock (DE)
Status in NL
Voor 1980: Zeldzaam, vanaf 1980: Uiterst zeldzaam TEUNISSEN (2009)
Waarneming.nl: Zeer zeldzaam (april 2024)
Tekst: R. Geraeds 2021-07/vs1
Herkenning
De Rode soldaatboktor is een zeer kleine tot kleine (5-10mm) boktor met een relatief lang borststuk met een stompe zijdoorn. Het borststuk is veel smaller dan het achterlijf. De kevers zijn vrij egaal rood gekleurd, met uitzondering van de poten. Deze zijn donkerbruin tot zwart met enigszins verdikte dijen. De dekschilden, het borststuk en de poten zijn bezet met lichte, witgele haartjes. De vrouwtjes hebben een forser postuur en naar verhouding kortere sprieten dan de mannetjes.
Gelijkende soorten
De Rode soldaatboktor lijkt sterk op de algemener Bruine soldaatboktor (Obrium brunneum). Deze soort is gemiddeld kleiner en roodbruin gekleurd. Bij de Rode soldaatboktor is die afstand tussen de ogen kleiner dan de breedte van één oog. Bij de Bruine soldaatboktor is die afstand ongeveer gelijk of groter dan breedte van één oog. Verder zijn de poten bij de Rode soldaatboktor duidelijk donkerder van kleur dan de rest van het lichaam, terwijl de kleur van de poten van Bruine soldaatboktorren niet veel afwijkt van de kleur van de rest van het lichaam.
Verwarring is ook mogelijk met de Mandenboktor (Gracilia minuta). Het eenvoudigste verschil is de breedte van het borststuk, dat bij de Mandenboktor ongeveer even breed is dan het achterlijf. Het borststuk bij de twee soorten soldaatboktorren is duidelijk smaller van het achterlijf. Tevens heeft de Mandenboktor geen doorn op het borststuk.
Habitat, waard- en voedselplanten
De Rode soldaatboktor is een soort van bos(randen), grienden, beemden en uiterwaarden. In tegenstelling tot de Bruine soldaatboktor bestaan de broedbomen uitsluitend uit loofhoutsoorten. Deze bestaan vooral uit Ratelpopulier (Populus tremula), Witte abeel (Populus alba) en andere soorten populieren (Populus sp.). De ontwikkeling is ook bekend uit eiken (Quercus sp.), Rozen (Rosa sp.) en wilgen (Salix sp.).
Levenswijze
De larven van de Rode soldaatboktor leven onder en in de schors van zon beschenen droge, beschadigde of afgestorven stammen en takken. De voorkeur gaat uit naar takken met een diameter van 15-30 cm met een zeer droge, harde, 4-15 mm dikke schors die nog aan het hout vast zit (BÍLÝ & MEHL, 1989). Dezelfde stukken schors kunnen door meerdere generaties gebruikt worden.
Vraatgangen van de larven van Rode soldaatboktor in ratelpopulierenhout.
De verpopping vindt in mei en juni plaats, onder of in de schors. De larven knagen van te voren een haakvormige, tot in het hout doordringende gang. De ontwikkeling van de larven duurt in de regel één jaar, maar kan zich in uitzonderlijke gevallen ook over twee jaar uitstrekken.
De imago’s worden voornamelijk op de waardbomen gevonden, maar kunnen ook op bloemen worden aangetroffen (BÍLÝ & MEHL, 1989; EHNSTRÖM & HOLMER, 2007; KLAUSNITZER et al., 2016b).
Vliegtijd & Methode
De Rode soldaatboktor verschijnt vanaf mei tot augustus. De meeste waarnemingen zijn uit juni afkomstig. De uiterste waarnemingen binnen de populatie in Posterholt stammen van 28 mei (2018) en 22 juli (2020).
J | F | M | A | M | J | J | A | S | O | N | D |
Zicht | Hout/stobben | +++ |
Bloeiende kruiden en struiken | + | |
Klopscherm | + | |
Sleepnet | - | |
Licht | ML/HPL | +++ |
Blacklight | ||
Lokstoffen | Feromonen | - |
Overig | ||
Lokale ervaringen
Het overgrote deel van de waarnemingen van Rode soldaatboktorren is afkomstig van een opslag van gezaagd haardhout. De dieren worden hier al jaren op rij waargenomen op verschillende plekken met gezaagd ratelpopulierenhout.
Ze zijn vooral in de schemering actief en vertonen tijdens warme avonden een sterk zwermgedrag rond broedhout. Ei afzet is alleen door solitaire vrouwtjes waargenomen, op hout van Ratelpopulier en Canadapopulier (Populus x canadensis). Dit betrof steeds oud, zeer droog, ongekliefd hout waar de schors nog volledig vast zat.
Inventarisaties met behulp van een klopscherm in de omgeving hebben nog geen resultaat gehad. Waarschijnlijk verblijven de dieren vooral in het kroonbereik van de broedbomen waardoor ze moeilijk te inventariseren zijn. De soort wordt wel door licht aangetrokken en een eenmalige gerichte inventarisatie was succesvol. Waarnemingen op bloeiende planten zijn schaars en zijn bijna altijd gedaan op warme, maar sterk bewolkte dagen. Ze zijn gevonden op Gewone berenklauw (Heracleum sphondylium), Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris) en braam (Rubus sp.) (GERAEDS, 2018a; 2019).
Cerambycidae-Boktorren is powered by Stichting Koekeloere / Copyright © 2024 . Alle rechten voorbehouden / Disclaimer