White-clouded longhorn beetle (UK), Binden-Augenfleckenbock (DE)
Status in NL
Voor 1980: Minder algemeen, vanaf 1980: Vrij zeldzaam (TEUNISSEN, 2009)
Waarneming.nl: Vrij algemeen (april 2024)
Tekst: R. Geraeds 2022/01-vs1
Herkenning
De Grijze schorsboktor is een gedrongen, middelgrote (9-15 mm) boktor zonder zijdoorn op het borststuk. Het borststuk is min of meer rechthoekig, de voorrand is ongeveer even breed als de achterrand. Het gehele lichaam is overwegend zwart en bezet met, witte, grijze, licht- tot donkerbruine beharing, waardoor ze een bont uiterlijk hebben. Het borststuk en de dekschilden zijn bezet met donkere putjes en op het borststuk bevinden zich meestal enkele donkere lengtestrepen. De sprieten zijn bruin-wit geblikt en behaard. De vrouwtjes hebben in vergelijking met de mannetjes een forser postuur en naar verhouding kortere sprieten.
Gelijkende soorten
Grijze schorsboktorren kunnen verward worden met nevelvlekboktorren (Leiopus sp.) die ook een variabele tekening van zwart-, bruin- en grijstinten en geblokte sprieten hebben. Nevelvlekboktorren zijn echter kleiner en hebben een duidelijke zijdoorn op het borststuk
Grijze schorsboktorren hebben geen zijdoorn op het borststuk (1) en de dekschilden zijn bezet kleine donkere putjes (2). Op het borststuk bevinden zich enkele donkere lengtestrepen (3) en de sprieten zijn geblokt en behaard (4).
De Grijze schorsboktor is van de nevelvlekboktorren te onderscheiden door het ontbreken van een zijdoorn op het borststuk (1), die bij de nevelvlekboktorren wel aanwezig is (2). Daarnaast hebben Grijze schorsboktorren enkele donkere lengtestrepen op het borststuk (3), die bij de nevelvlekboktorren ontbreken (4).
Habitat, waard- en voedselplanten
De Grijze schorsboktor is een soort van open loofbossen, bosranden, houtsingels en dergelijke. Waardplanten bestaan uit een groot aantal soorten loofbomen en struiken, Paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), els (Alnus sp.), Haagbeuk (Carpinus betulus), Tamme kastanje (Castanea sativa), Hazelaar (Corylus avellana), Beuk (Fagus sylvatica), Walnoot (Juglans regia), eik (Quercus sp.), wilg (Salix sp.), linde (Tilia sp.) en fruitbomen. De voorkeur gaat mogelijk uit naar eiken (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).
Levenswijze
De larven van de soort ontwikkelen zich in dode takken en stammen van staande bomen. De voorkeur gaat uit naar door witrot aangetast hout. De larven leven aanvankelijk onder de schors en vreten zich naar verloop van tijd dieper het spinthout in. De gangen zijn gevuld met donkerbruin frass. Voor de verpopping knagen de larven een poppenwieg in de buitenste langen van het spinthout. De verpopping vindt in de zomer plaats.
De imago’s blijven vervolgens tot het volgend voorjaar in de poppenwieg zitten. De gehele ontwikkeling van de larven duurt twee of drie jaar (BÍLÝ & MEHL, 1989; KLAUSNITZER et al., 2016b).
De imago’s zijn vanaf de schemering actief. Ze verblijven vooral op (potentieel) broedhout. De imago’s bezoeken geen bloemen en het is niet duidelijk of ze wel nog ander voedsel tot zich nemen.
Vliegtijd & Methode
Grijze schorsboktorren worden vanaf april tot september waargenomen. Een duidelijk piek in de waarnemingen ligt in de maanden mei en juni. De uiterste eigen waarnemingen stammen van 17 april (2020) en 25 juli (2012).
J | F | M | A | M | J | J | A | S | O | N | D |
Zicht | Hout/stobben | - |
Bloeiende kruiden en struiken | - | |
Klopscherm | +++ | |
Sleepnet | - | |
Licht | ML/HPL | - |
Blacklight | ||
Lokstoffen | Feromonen | - |
Overig | ||
Lokale ervaringen
Omdat Grijze schorsboktorren erg goed gecamoufleerd zijn en vanaf de schemering actief worden is het om zicht zoeken weinig zinvol. Met het klopscherm is de soort echter effectief te inventariseren, vrijwel alle waarnemingen zijn op die manier verzameld. KLAUSNITZER et al. (2016b) geven aan dat de imago’s vooral te vinden zijn op struiken en kleine bomen. De eigen ervaring is echter dat de soort vooral aanwezig is op lage, dode takken van verder vitale, grote Zomereiken (Quercus robur) in bosranden en open bossen. Vrijwel alle waarnemingen van de soort zijn van dergelijke plekken afkomstig, waarbij er ook regelmatig meerdere exemplaren tegelijk zijn gevangen. Incidenteel is de soort ook geklopt uit dode takken van Wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia). Op stapels gezaagd hout is de soort nooit gevonden (GERAEDS, 2021b).
Cerambycidae-Boktorren is powered by Stichting Koekeloere / Copyright © 2024 . Alle rechten voorbehouden / Disclaimer