Old house borer (UK), Hausbock (DE)
Status in NL
voor 1980: Algemeen, vanaf 1980: Minder algemeen TEUNISSEN (2009). Waarneming.nl: Vrij algemeen (april 2024)
Tekst: R. Geraeds 2021/12_vs1
Herkenning
De Huisboktor is een middelgrote (7-21 mm) boktor zonder zijdoorn op het borststuk. De kop, borststuk en poten zijn zwart. De sprieten zijn relatief kort en vrijwel egaal donkerbruin tot zwart. De dekschilden zijn meestal opvallend glanzend zwart, maar kunnen ook donker- tot lichtbruin van kleur zijn. Op de dekschilden bevinden zich één of meerdere lengteribbels. Op zowel de kop, het borststuk als de dekschilden is een vlekkerige witte tot grijze beharing. De vrouwtjes en mannetjes zijn in het veld moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Gelijkende soorten
Huisboktorren kunnen verward worden met de Kortsprietboktor (Asenum striatum), Bruine grootoogboktor (Arhopalus rusticus) en de Zwarte grootoogboktor (Arhopalus ferus), die een vergelijkbaar postuur hebben en vaak gezamenlijk voorkomen. Bij deze soorten ontbreekt echter de vlekkerige, lichte beharing zodat ze toch gemakkelijk van de Huisboktor onderscheiden kunnen worden.
Habitat, waard- en voedselplanten
De Huisboktor is een soort van naaldbossen. De waardplanten bestaan uit diverse soorten naaldbomen, bij voorkeur dennen (Pinus sp.) en sparren (Picea sp.). De ontwikkeling is ook bekend uit zilverspar (Abies sp.), lork (Larix sp.) en Douglasspar (Pseudotsuga menziesii) (KLAUSNITZER et al., 2016b). In gebouwen is de ontwikkeling van larven ook bekend van constructiehout van eik (Quercus sp.) en kastanje (Castanea sp.) (VITALI, 2018).De imago’s nemen geen voedsel meer tot zich (KLAUSNITZER et al., 2016b).
Levenswijze
De larven van de Huisboktor leven in het hout van dode, droge stammen en stobben naaldhout. Eitjes worden zowel afgezet in stammen waar de schors nog op aanwezig is, als op ontschorst hout. De larven kunnen de volledige houtmassa opvreten, waarbij in de regel alleen het kernhout wordt vermeden. De verpopping vindt in het voorjaar in het hout plaats. De totale ontwikkeling van de larven duurt in de vrije natuur twee tot drie jaar (KLAUSNITZER et al., 2016b).
De Huisboktor is een van de weinige soorten die ook in binnenshuis in constructie hout als dakbalken kan voorkomen, waar de soort de naam aan dankt. Omdat ze de volledige balken van binnenuit kunnen opvreten, kunnen ze hier grote schade veroorzaken met instorting van constructies als gevolg. In het extreem droge constructiehout kan de ontwikkeling van de larven aanzienlijk langer, tot ruim 20 jaar duren (Teunissen, 2009; KLAUSNITZER et al., 2016b).
Vliegtijd & Methode
Huisboktorren worden het gehele jaar door waargenomen. In de vrije natuur worden ze vanaf mei tot oktober waargenomen, de meeste waarnemingen komen uit de juli. Waarnemingen buiten deze periode hebben waarschijnlijk betrekking op dieren die in huis worden gevonden. De uiterste eigen waarnemingen stammen van 7 juni (2018) en 12 augustus (2020).
J | F | M | A | M | J | J | A | S | O | N | D |
Zicht | Hout/stobben | +++ |
Bloeiende kruiden en struiken | - | |
Klopscherm | - | |
Sleepnet | - | |
Licht | ML/HPL | - |
Blacklight | ||
Lokstoffen | Feromonen | - |
Overig | ||
Lokale ervaringen
Huisboktorren zijn relatief moeilijk te inventariseren. De imago’s nemen geen voedsel meer op en kunnen dus niet gericht bij voedselbronnen zoals bloemen worden gezocht. Ze zijn vooral in de schemering actief, maar worden niet door lichtbronnen aangetrokken. Het overgrote deel van de waarnemingen is afkomstig van stapels gezaagd naaldhout van vooral Grove den (GERAEDS, 2021b). Hier worden ook regelmatig eileggende vrouwtjes gevonden. De eitjes worden door solitair solitaire vrouwtjes gelegd, zowel in spleten in hout of schors als op het zaagvlak van stammen. Op dunner takhout is nooit eiafzet waargenomen. Incidentele waarnemingen zijn afkomstig van stobben van dennen, waar exemplaren ook achter schors zijn gevonden. Met behulp van het klopscherm zijn Huisboktorren nooit gevangen.
Na de grote natuurbrand in het Nationaal Park De Meinweg in april 2020, zijn Huisboktorren regelmatig gevonden op nog staande Grove dennen die door de brand waren aangetast. Enkele opvallende waarnemingen van Huisboktorren zijn toen gedaan op Ruwe berken (Betula pendula). Ondanks dat berken geen waardplant zijn van deze soort, zijn op verschillende plaatsen meerdere, druk heen en weer lopende imago’s, hoog op stammen van door de brand aangetaste berken waargenomen. De kevers zaten hier niet op verbrande verbrandde stamdelen.
Op een van deze berken zijn 12 exemplaren geteld. Het betrof steeds solitaire berken in een verder open vlakte. Eiafzettende vrouwtjes en dieren in copula zijn er niet gezien. In 2021 is de soort nog slechts incidenteel op de verbrande Grove dennen gevonden.
In de Meinweg zijn Huisboktorren na de natuurbrand op verschillende plekken op door de brand aangetaste berken aangetroffen.
Cerambycidae-Boktorren is powered by Stichting Koekeloere / Copyright © 2024 . Alle rechten voorbehouden / Disclaimer