Cerambycidae -Boktorren

-------------------

Zwartkruin-borstelboktor - Pogonocherus fasciculatus (De Geer, 1775)
Pine longhorn beetle (UK), Kiefernzwieg-wipfelbock (DE)

Status in NL
Voor 1980: Vrij algemeen, vanaf 1980: Vrij zeldzaam (Teunissen, 2009)
Waarneming.nl: Vrij algemeen (mei 2021)

Herkenning
De Zwartkruin borstelboktor is een zeer kleine boktor (5- 8 mm) met beiderzijds een zijdoorn op het borststuk. De voorhelft van de dekschilden is overwegend grijs, de grijs/witte band op de voorhelft van het dekschild bereikt de zijkant. De achterzijde van het dekschild is donker en heeft twee of drie bundeltjes van zwarte borstelharen. De uiteinden van de dekschilden is afgerond. Halschild en dekschilden met lange dichte beharing. Spriet lang, geringeld met lange haren (ZEEGERS & HEIJERMAN, 2008). De vrouwtjes hebben over het algemeen een forser postuur.

♂ en ♀ alleen te onderscheiden middels genitalia onderzoek (E. van Asseldonk)
Zwartkruin-borstelboktor - Pogonocherus fasciculatus (E. van Asseldonk)

Zwartkruin-borstelboktor. De beide geslachten zijn alleen te onderscheiden middels genitaal onderzoek.





Gelijkende soorten
De soort is moeilijk herkenbaar vanwege de gelijkenis met Behaarde borstelboktor (Pogonocherus decoratus), Gewone (P. hispidus) en Bonte borstelboktor (P. hispidulus). Belangrijke kenmerken bevinden zich aan de randen van het dekschild. De achterrand van de dekschilden is bij de Zwartkruinborstelboktor en de Behaarde borstelboktor afgerond, terwijl deze bij de Gewone en Bonte borstelboktor eindigt in een scherpe punt. Het onderscheid tussen de Zwartkruinborstelboktor en de Behaarde borstelboktor is zichtbaar aan de zijkant van de dekschilden. De lichte band over het dekschild reikt bij de Zwartkruinborstelboktor tot aan de rand van het dekschild, bij de Behaarde borstelboktor niet. De Kale borstelboktor (P. ovatus) lijkt sterk op de Behaarde borstelboktor, maar dekschild en halsschild zijn slechts spaarzaam behaard. (ZEEGERS & HEIJERMAN, 2008)

Zwartkruinborstelboktor (A), Behaarde borstelboktor (B), Bonte borstelboktor (C) en Gewone borstelboktor. De achterrand van het dekschild is stomp (A & B) of spits (B & C). De Bonte borstelboktor (C) heeft een spitse punt aan buiten- en binnenrand, de Gewone borstelboktor heeft alleen een spitse buitenrand

Zwartkruinborstelboktor (A), Behaarde borstelboktor (B), Bonte borstelboktor (C) en Gewone borstelboktor. De achterrand van het dekschild is stomp (A & B) of spits (B & C). De Bonte borstelboktor (C) heeft een spitse punt aan buiten- en binnenrand, de Gewone borstelboktor heeft alleen een spitse buitenrand.

Het onderscheid tussen de Zwartkruinborstelboktor (A) en de Behaarde borstelboktor (B) is zichtbaar aan de zijkant van de dekschilden. De lichte band over het dekschild reikt bij de Zwartkruinborstelboktor (A) tot aan de rand van het dekschild, bij de Behaarde borstelboktor (B) niet. De zeer zeldzame Kale borstelboktor lijkt sterk op de Behaarde borstelboktor (B), maar is minder sterk behaard.

Het onderscheid tussen de Zwartkruinborstelboktor (A) en de Behaarde borstelboktor (B) is zichtbaar aan de zijkant van de dekschilden. De lichte band over het dekschild reikt bij de Zwartkruinborstelboktor (A) tot aan de rand van het dekschild, bij de Behaarde borstelboktor (B) niet. De zeer zeldzame Kale borstelboktor lijkt sterk op de Behaarde borstelboktor (B), maar is minder sterk behaard.

Habitat, waard- en voedselplanten
De Zwartkruinborstelboktor is een soort van naaldbossen (TEUNISSEN, 2009). De soort is oligofaag, de broedbomen beperken zich voornamelijk tot den (Pinus sp.) en fijnspar (Picea sp.), soms zilverspar (Abies sp.) en Europese lork (Larix decidua) (KLAUSNITZER et al., 2016b). Of de imago’s nog voedsel tot zich nemen is niet bekend.


 

Levenswijze
De larven van de Zwartkruin borstelboktorren ontwikkelen zich in dunne afgestorven twijgen en takken met een diameter van 2 tot 4 cm. De twijgen en takken liggen bij voorkeur op de bodem. De ontwikkeling van ei tot imago duurt ongeveer twee jaar (KLAUSNITZER et al., 2016b). 

Vliegtijd 
Zwartkruin borstelbokken kunnen worden aangetroffen in de maanden maart-oktober. De uiterste waarnemingen in de Meinweg en omstreken stammen van 27 maart (2017) en 6 april  (2019).

Methode

Zwartkruin-borstelboktor - Pogonocherus fasciculatus _ methode


Lokale ervaringen 
De soort is op de Meinweg slechts eenmaal aangetroffen met behulp van een klopscherm op een afgebroken tak van een Grove den (Pinus sylvestris). Een tweede waarneming betreft een zichtwaarneming van een imago op twijgen van Brem (Cytisus scoparius) in de omgeving van de Meinweg. Pogingen om de soort vast te stellen met behulp van  een bundel verse twijgen en takken Grove den, hebben geen resultaat opgeleverd.

Tekst E. van Asseldonk, 2021/05-vs1

Foto's: R. Geraeds & E. van Asseldonk


E-mailen
Map
Info